De fiscaliteit van de “oneigenlijke” gewestbelastingen

In het licht van de federalisering waarbij fiscale gewestelijke autonomie wordt vooropgesteld, treden de met inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen de laatste jaren meer op de voorgrond, getuige hiervan de overname van de dienst verkeersbelastingen en de overname van de dienst belasting op spelen en weddenschappen en automatische ontspanningstoestellen.

 

Daar waar het overnemen van de normatieve bevoegdheid voor de gewesten blijk geeft van fiscale verantwoordelijkheidszin, zorgt dit voor een versnippering van fiscale regelgeving over de drie gewesten heen, wat het de rechtsonderhorige niet altijd even gemakkelijk maakt. De bedoeling van dit boek bestaat erin de lezer een handige leidraad en praktisch overzicht te bezorgen in dit doolhof van verschillende belastingen.

 

De onderstaande belastingen komen aan bod, waarbij telkens stilgestaan wordt bij de regelgeving in
de 3 gewesten:

 

  • de jaarlijkse verkeersbelasting
  • de belasting op inverkeerstelling
  • de kilometerheffing
  • de belasting op spelen en weddenschappen
  • de belasting op automatische ontspanningstoestellen